Sinds 2012 heeft de Nederlandse overheid een slimme manier bedacht om ervoor te zorgen dat meer mensen die het moeilijk vinden om een baan te vinden, aan het werk kunnen. Dit gaat om mensen die, om verschillende redenen, niet zo makkelijk zelf een baan kunnen vinden of een baan kunnen behouden. Misschien omdat ze een lange tijd geen werk hebben gehad, of omdat ze een bepaalde beperking hebben. De overheid wil deze mensen helpen en pas daarom Social Return toe.
Hoe werkt het? #
Als de overheid iets nodig heeft, bijvoorbeeld nieuwe schoolboeken voor een school of het bouwen van een brug, dan koopt ze die diensten of producten in bij bedrijven. Dit heet aanbesteden. Sinds 2012 zegt de overheid tegen die bedrijven: “We vinden het belangrijk dat jullie ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans geven. Als jullie dat doen, hebben jullie een grotere kans om de opdracht van ons te krijgen.” Dit is de zogenaamde Social Return On Investment (SROI)-verplichting. Tegenwoordig zeggen we ‘Social Return’.
Niet overal hetzelfde #
Er is niet één vaste regel voor hoe Social Return precies moet worden toegepast. Elke overheidsinstelling mag dat zelf een beetje bepalen, zolang ze maar eerlijk en open zijn over hoe ze beslissen en iedereen een gelijke kans geven. Ze moeten ook goed nadenken of het eerlijk is om het te vragen voor de opdracht die ze geven. Bijvoorbeeld, als de opdracht heel klein is, of als het om het leveren van producten gaat zonder dat er veel mensen voor nodig zijn, dan wordt Social Return meestal niet gevraagd.
Vooral bij grote klussen #
Social Return wordt vooral toegepast bij opdrachten waar veel mensen voor nodig zijn. Denk aan het bouwen van gebouwen of het aanleggen van wegen. Bij kleinere klusjes of als het alleen gaat om het leveren van spullen, dan zien we het minder.
Waarom is het belangrijk? #
Door Social Return krijgen mensen die het lastiger vinden om werk te vinden, toch een kans. Dit is goed voor hen, omdat ze aan het werk kunnen en nieuwe dingen kunnen leren. Maar het is ook goed voor de samenleving, omdat meer mensen mee kunnen doen (arbeidsparticipatie). En dat is precies waarom de overheid dit doet: om te zorgen dat iedereen een eerlijke kans krijgt op werk.